puzzel 1
Klik op een nummer om te zien wat de opgave is.
Vul het schema in en klik dan op Nakijken.
Horizontaal: |
1. | daar zit je op | 4. | daar hoor je mee | 6. | daar eet je soep mee | 8. | lidwoorden: het, een en ... | 9. | daar ruik je mee | 11. | daar rijd je mee naar Utrecht | 12. | Wij kennen al veel w........ | 14. | voorzetsel: ... de les gaan we naar huis | 15. | ik doe het licht aan en daarna weer ... | 16. | ik .... al veel woorden | 18. | ik ga naar mijn opa en .... | 19. | in het lokaal kijk je daardoor naar buiten |
|
Verticaal: |
2. | daar staan stoelen bij | 3. | tussen schouder en hand | 4. | daar kijk je mee | 5. | op dit moment: het is ... mooi weer | 7. | in deze lessen ..... wij veel woorden | 10. | daardoor weet je of je een werkwoord met een D of een T schrijft | 12. | komt uit de kraan | 13. | een van je vingers | 17. | voorzetsel: ... deze les gaan we naar huis | 18. | voorzetsel: we lopen ... de tafel |
|