werkwoorden
Klik op "Nakijken" om je antwoorden te laten controleren.
Als een antwoord goed is, wordt het vet afgedrukt.
SCHoFTKiP werkwoorden
vandaag
gisteren
vorig jaar
ik fiets
ik
ik heb
jij
jij wandelde
jij
gewandeld
het dooit
het
het heeft
- (dooien)
reis jij?
jij?
heb jij
? - (reiZen)
wij beloven
wij
wij hebben
- (beloVen)
ONREGELMATIGE werkwoorden
vandaag
vorig jaar
ik loop
ik
ik
gelopEN
jij begint
jij
jij bent
jij?
jij?
jij gebodEN?
het
het
het
gegoldEN
wij dragen
wij
wij hebben
SCHEIDBARE werkwoorden
gisteren
vorig jaar
ik denk na
ik
ik heb
jij
jij nam mee
jij hebt
het gaat uit
het
uit
het is
(vroeger: uitgegaEN)
jij iets
?
merkte
het op?
heb jij dat
?
wij
het
toonden dit aan
wij
dat
werkwoord HEBBEN
vandaag
gisteren
ik
ik had
ik heb
je/jij
had
je/jij
gehad
je/jij?
had je/jij?
heb je/jij
?
hij/zij/het
hij/zij/
had
hij/zij/het heeft
we/wij hebben
we/wij
we/wij hebben
hebben
jullie
jullie
gehad
ze/zij
ze/zij
ze/zij
werkwoord ZIJN
gisteren
vorig jaar
ik
ik
ik
geweest
je/jij
je/jij
je/jij
geweest
je/jij?
je/jij?
ben je/jij
?
hij/zij/het
hij/zij/het
hij/
/het is geweest
we/wij
we/wij
zijn geweest
zijn
jullie
jullie
geweest
zijn
ze/zij
ze/zij
geweest
Nakijken
Tip
OK