photo.jpg

Klik op "Nakijken" om je antwoorden te laten controleren.
Als een antwoord goed is, wordt het vet afgedrukt.
Vul het ontbrekende woord in.

1. Het woorden dat we moeten leren, is groot.

2. het regent, worden we nat.

3. Je moet goed opletten, want begrijp je het straks niet.

4. Toen mocht de bruidegom de kussen.

5. Dit is niet de eerste of tweede keer, maar de .

6. Dan zal worden of je het begrijpt.

7. De twee vriendinnen hadden na hun verhuizing lang niet gezien.

8. Dat gebakje was heerlijk; ik heb genoten.

9. Niet in boek staan foto's.

10. De en mevrouw Jansen wonen op nummer 15.

11. In je arm heb je een elleboog en in je been een .

12. Het is nog niet zeker, maar gaat het vanmiddag regenen.

13. de ochtendles en de middagles hebben we een pauze.

14. We willen veel leren, dus letten we goed op.

15. Als iemand hard praat, is hij meestal verstaanbaar.

16. Toen zij struikelde, zij hard op de grond.

17. Ik blijf binnen, het gaat hard regenen.

18. Ik blijf binnen, het hard gaat regenen.

19. Als je iets niet weet, kun je het altijd .

20. weet waar Willem Wever woont?

21. Het duurt niet lang meer. Wacht nog maar .

22. 2, 4 en 8 zijn getallen, maar 1,3 en 9 niet.

23. Het heeft geduurd, maar het was het wachten waard.

24. We vonden die film leuk.

25. Het boek Vera zat te lezen, was een sprookjesboek.