Vluchteling tot op bot gemotiveerd
Tijdverlies is killing als je een succesvolle integratie van vluchtelingen wilt. Hoe langer je ze aan de kant laat staan, hoe kleiner de kans op werk, des te lastiger te integreren. Aan de asielzoeker ligt het niet: die wil wel.
Dat stelt Marjan de Gruijter, senior onderzoeker integratie bij het Kennisplatform Integratie & Samenleving, een samen-werking van de kennisinstituten Verwey-Jonker en Movisie. Ze onderschrijft een recent rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over de generatie vluchtelingen die in de jaren negentig naar Nederland kwam. De lessen van toen zijn de lessen van nu. Tijdverlies is wat er volgens de WRR is misgegaan met de generatie vluchte-lingen van toen. Uit de generatie van toen – veelal Bosniërs, Irakezen, Iraniërs, Afghanen en Somaliërs – hebben onderzoekers een cohort van 33 duizend mensen in de jaren na hun komst cijfermatig gevolgd. ‘Uit de cijfers blijkt dat als vluchtelingen werken dit vaker kleine banen zijn. Bij voltijdbanen zie je een enorme achterstand op de rest van Nederlandse beroepsbevolking.’
Wachten en afwachten
Ze verklaart de achterstand op de arbeidsmarkt door de afstand die vluchtelingen hebben tot die markt, maar ook doordat ‘destijds veel tijd verloren is gegaan.’ Daarbij doelt ze vooral op de tijd die gemoeid is met de vierslag asiel-procedure, inburgeren/Nederlands leren, het vinden van een woning en het vinden van werk. ‘Het is allemaal wachten en afwachten geweest. En dat zou je er allemaal uit moeten halen.’
Goede collega’s
De Gruijter is ervan overtuigd dat alle vier die stadia sneller kunnen. En bovendien, zegt ze: ze hoeven niet volgtijdelijk, ze kunnen min of meer gelijktijdig. Begin met Nederlandse les zodra iemand is aangekomen en niet pas wanneer hij een status heeft. Er zijn al versnellingsvoorbeelden te vinden in het land, onder meer in Eindhoven, dat het zoeken naar werk naar voren trok: bedrijfsleven en asielzoekers worden bij elkaar aan tafel gezet om te kijken of er een match is. ‘Het kan bedrijven goede collega’s opleveren. En bedrijven willen graag maatschappelijk ondernemen.’
Verkeerde plek
De Gruijter schetst hoe ook op de ‘verkeerde’ plek wonen vertragend kan werken op deelname aan de maatschappij: ‘Als je in een azc iemand treft die technisch hoog gekwalificeerd is, moet je hem geen woning toewijzen in een gebied waar die werkgelegenheid nauwelijks te vinden is. Want dan is de kans groot dat zo iemand in de bijstand belandt en gooi je al gauw een paar jaar weg. Stuur hem of haar naar een technische regio.’ Een snelle asielprocedure – inclusief indicatie waar iemand voor geëquipeerd lijkt – voorkomt de reflex bij gemeenten om vluchtelingen geen arbeidsbemiddeling aan te bieden zolang ze Nederlands aan het leren zijn.
Eigenwaarde
Hoe langer aan de kant, hoe kleiner de kans op werk, des te lastiger te integreren. ‘En veel jonge Eritreeërs missen al een grote hap uit de schoolcarrière, omdat ze vaak lang onderweg zijn geweest naar Europa. En dat alles terwijl de vluchteling bij aankomst in Nederland in de startblokken staat, tot op het bot gemotiveerd is. Hij wil maar één ding: zo snel mogelijk aan het werk komen, geld verdienen om iets terug te kunnen doen: voor de maatschappij, voor zijn familie, voor zijn gevoel van eigenwaarde ook.’
Bron: www.binnenlandsbestuur.nl